Energie en Nutsbedrijven

Energieverbruik kan niet los worden gezien van het moderne leven. Het stelt ons in staat zowel in de zomer als in de winter behaaglijke temperaturen te hebben, lange afstanden af te leggen en toegang te krijgen tot concurrerende producten, apparatuur en diensten die voor het eerst beschikbaar komen en worden aangeboden door geautomatiseerde en wereldwijde industrieën.

De uitdaging om meer en schonere energie te produceren

Een Franse burger verbruikt gedurende zijn hele leven het equivalent van 4 ton olie. Dit cijfer loopt op tot 7 in Noord-Amerika en daalt tot minder dan 1 in Afrikaanse landen.

De industrie is van oudsher gestructureerd om te kunnen voldoen aan een steeds toenemende vraag naar energie. Energiebedrijven moesten ervoor zorgen dat alle belastingbetalers tegen een betaalbare prijs van voldoende stroom werden voorzien. Tot dusver waren zij dus vooral gericht op het maximaliseren van het aanbod in de richting van de energieverbruikende landen. Hoewel deze premisse grotendeels waar blijft, gezien de stijging van de wereldwijde vraag als gevolg van de bevolkingsgroei en de hogere levensstandaard, is zij niet langer de enige factor in de vergelijking.

De afgelopen vijftien jaar zijn er nieuwe eisen bijgekomen die dit traditionele bedrijfsmodel op de helling zetten, met name wat de kwaliteit van de geproduceerde en verbruikte energie betreft. De eerste eis is de neutralisering van de bijdrage van de industrie aan de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen uit fossiele brandstoffen te verminderen. De tweede eis is de beheersing van afval en vervuiling, die een bijproduct zijn van energieproductie en -verbruik. Dit afval is hoofdzakelijk van nucleaire oorsprong en de daarmee gepaard gaande verontreiniging bestaat uit fijne deeltjes en visuele vervuiling. De derde eis tenslotte betreft een betere anticipatie op industriële risico’s, met name in verband met kernenergie.

De energie-industrie zit op een kruispunt en moet omgaan met de tegenstrijdige verwachtingen van haar klanten, die meer maar schonere energie willen verbruiken.

Uitdagingen voor energiespelers

Energiebedrijven opereren in overwegend vrije markten, wat betekent dat zij erop uit moeten gaan om klanten aan te trekken. Op korte termijn betekent de overgang van een monopolistische naar een concurrerende markt dat zij klanten moeten behouden en tegelijkertijd nieuwe nationale en internationale markten moeten aanboren, maar zij zullen alleen succes hebben als energie economisch toegankelijk blijft.

Dit vereist de toepassing van complexe mechanismen van belastingheffing en overheidssubsidies om de consumentenprijzen onder controle te houden en de totale productiekosten te dekken, die worden gevormd door de aanschaf en omschakeling van apparatuur.

Als gevolg daarvan moeten de spelers in de energiesector hun bedrijfsmodellen opnieuw uitvinden en verkopen zij vandaag niet alleen energie, maar ook energiediensten en besparingsregelingen. Daardoor kunnen zij een voorsprong nemen op nieuwe concurrenten die profiteren van digitale technologie en overheidsstimulansen om duurzame consumptie te bevorderen.

Energiebedrijven moeten ook hun ontwikkeling, efficiëntie en wendbaarheid in de hand houden. In vergelijking met de verwerkende industrie zijn energiemarkten lange tijd weinig concurrerend geweest. Efficiënt en wendbaar zijn is echter absoluut essentieel om met succes de grote veranderingen in de sector te kunnen navigeren.

Bovendien moeten zij successen boeken in grote projecten, zowel qua omvang als qua impact, en daarvoor zijn zij afhankelijk van steeds ambitieuzere industriële investeringen en informatiesystemen.

Ten slotte moeten zij hun menselijk kapitaal ontwikkelen. Traditioneel konden energiebedrijven hun teams in de loop van de jaren stabiel houden, gezien het gereguleerde en voorspelbare karakter van de markten. Vandaag moeten zij echter de vaardigheden van deze teams versterken om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen van de steeds complexere en onzekere markten.

Ten tweede hebben consumenten de macht om een beweging op gang te brengen, bijvoorbeeld door bedrijven te vragen te investeren in de kritieke aspecten van de energietransitie. Aangezien energie een steeds gevoeliger onderwerp is voor zowel politici als consumenten, zullen eerstgenoemden keuzes maken, terwijl laatstgenoemden de macht zullen hebben om die keuzes aan te sturen en verandering te sturen door hun energiegebruik te veranderen.

De transformatie van de energie-industrie kan niet worden gereduceerd tot technologische veranderingen: zij impliceert een transformatie van praktijken en levensstijlen. Het is niet alleen een kwestie van, bijvoorbeeld, overschakelen van een gewone auto op een elektrische, of van kernenergie op wind- of zonne-energie. Het gaat om een complexe dynamiek die een directe impact heeft op het privéleven van de consument. Het gaat niet om een stille transformatie die kan worden bereikt met kleine stimuleringsmaatregelen en een pijnloos fiscaal beleid, maar om een revolutie waarbij moeilijke politieke, economische en filosofische keuzes moeten worden gemaakt, compromissen moeten worden gesloten en de betrokkenheid moet worden verzekerd van een maatschappelijke groep die van nature onwennig tegenover verandering staat.

Uitdagingen voor consumenten

De transformatie van de energie-industrie heeft niet alleen gevolgen voor bedrijven. Ook consumenten en overheidsinstanties worden gedwongen deel te nemen aan deze overgang en de uitdagingen ervan te begrijpen. Zoals bij elke andere economische speler zullen de acties van energiebedrijven in hoofdzaak worden geleid door de verwachtingen van klanten en regelgevers. Dus wat doen we nu?

In de eerste plaats moeten de consumenten begrijpen hoe energie werkt, wat de fysische en zelfs de chemische grondslagen ervan zijn. Op die manier zal iedereen zijn verwachtingen zo nauwkeurig mogelijk kunnen formuleren. Er moeten grootschalige bewustmakingsacties komen bij consumenten, bedrijven en politici. Enerzijds zijn de consumenten volkomen de weg kwijt door de veelvuldige en vaak tegenstrijdige boodschappen die zij ontvangen, en die even positief als schuldgevoelig kunnen zijn. Anderzijds ontdekken energieverbruikende bedrijven een heel nieuw gebied dat verder gaat dan hun kernactiviteiten en proberen zij dit te begrijpen. Ten slotte hebben de politieke belanghebbenden (stakeholders) het moeilijk om een energiestrategie uit te voeren die op brede steun kan rekenen. Energie is onze collectieve verantwoordelijkheid.

Succesfactoren

Energie bevindt zich op het kruispunt van verschillende domeinen en houdt verband met wetenschap, technologie, politiek, sociologie en communicatie. Digitale technologie zal één van de sleutels zijn tot een succesvolle energietransitie voor de marktspelers, maar ook voor de consumenten en de politieke belanghebbenden.

Systemen voor het meten, analyseren, uitwisselen en beheren van energie zullen moeten worden gemoderniseerd om real-time gegevens te kunnen verstrekken. Deze belangrijke evolutie is afhankelijk van fysieke, prijscontrole- en regelgevingsmaatregelen om de steeds complexere energievoorzieningssystemen te ondersteunen, de consument controle te geven over zijn energiegebruik en het kritieke evenwicht tussen vraag en aanbod te handhaven.

Ten slotte zal één van de grootste uitdagingen voor de komende jaren, erin bestaan de belanghebbenden te helpen de omvang van het energiegebruik te begrijpen en het effect van de tot dusver uitgevoerde initiatieven te visualiseren, te simuleren en te meten. dit is de enige manier om ervoor te zorgen dat de gekozen strategieën hun doelstellingen bereiken. Het is ook een voorwaarde voor de coherente mobilisatie van een zeer diverse gemeenschap van belanghebbenden, variërend van bedrijven in de energie-industrie, zoals producenten, transporteurs, distributeurs, verkopers en dienstverlenende bedrijven, tot consumenten, die zowel individuen, professionals als bedrijven kunnen zijn, zonder politieke spelers te vergeten, zoals overheidsinstanties, politieke partijen en de media, wier rol van essentieel belang is voor het welslagen van de energietransitie.